De vraag naar zorgpersoneel blijft stijgen. Daarom zijn er meer zorgverleners nodig. Tegelijkertijd hebben zorginstellingen te maken met een krapte op de arbeidsmarkt en steeds hogere personeelskosten. Onder andere detacheren biedt dan meer continuïteit. Maar ook werkdrukverlagende technieken kunnen het tekort aan zorgpersoneel deels opvangen, zoals artificiële intelligentie (AI).

Sneller rapportages opstellen

Een van de taken waarmee AI ons gaat helpen, is het opstellen van rapportages. Vaak een tijdrovende klus die ook nog eens veel energie kan slurpen. Stel je eens voor dat je voortaan alleen nog maar je observaties en beoordelingen mondeling hoeft op te sommen en toe te lichten. Op een manier zoals je een collega zou inlichten. AI maakt hiervan dan een geschreven rapportage in duidelijke taal. Op dit moment is er voor de zorgsector zo’n schrijfhulp in ontwikkeling. Deze maakt gebruik van de software van OpenAI, het bedrijf achter ChatGPT.

De beste zorg geef jij

Het is fijn dat AI ons gaat helpen met zorgtaken, zodat we tijd besparen. Wel blijft het goed om ervan bewust te zijn dat ons werk mensenwerk is. Een rapportage die uit een computer rolt, is dat niet. Controleer daarom altijd het resultaat. Kleine nuances kunnen het verschil maken als het gaat om de beste zorg. Want de beste zorg, die geef jij. Daarom kunnen wij jou ook goed gebruiken. Bekijk onze vacatures.

De zorg verandert continu. Dat is nodig om mensen langer thuis te kunnen laten wonen. Om specifieke en complexe zorg te kunnen blijven garanderen. Maar ook om zorgverleners hun zorgtaken zo goed mogelijk te kunnen laten uitvoeren. Zonder al te veel lichamelijke inspanningen. Het aanbod aan innovatieve hulpmiddelen in de zorg blijft daarom groeien.

Subsidieregeling Veelbelovende Zorg

Zorginstituut Nederland gaat in deze trend mee. Het instituut liet onlangs weten dat de regeling ‘Voorwaardelijke toelating tot het basispakket’ vanaf 2019 wordt vervangen door de Subsidieregeling Veelbelovende Zorg. Veelbelovende behandelingen, medische technologie, hulpmiddelen en geneesmiddelen moeten dankzij deze subsidieregeling nog sneller beschikbaar zijn. De doorlooptijd van de voorbereidingsprocedure van de subsidieaanvraag bleek in de vorige regeling te lang en ingewikkeld. Met de Subsidieregeling Veelbelovende Zorg wordt deze procedure verkort en vereenvoudigd.

Hulpmiddelen in de zorg

“De verwachting is dat er vanaf 2019 dus meer kansen zijn voor innovatieve hulpmiddelen in de zorg. Dit betekent misschien ook meer kansen om het personeelstekort te lijf te gaan. Hulpmiddelen bieden ondersteuning waardoor soms minder zorgverleners nodig zijn voor een bepaalde taak. Het kan zelfs voorkomen dat een cliënt met behulp van bepaalde hulpmiddelen zelfs helemaal zelfredzaam is. Met het oog op het huidige personeelstekort zijn innovatieve hulpmiddelen dan ook niet meer weg te denken”, aldus Edwin Exoo, directeur van GTSzorg.

Welke hulpmiddelen biedt de zorg?

Hulpmiddelen in de zorg zijn zeer uiteenlopend. E-Health is sterk in opkomst. Maar onder hulpmiddelen in de zorg verstaan we ook douchestoelen met wieltjes, rollators, baxterrollen, weegstoelen of tilliften. Kortom, alle hulpmiddelen die het uitvoeren van handelingen in de zorg makkelijker maken. Denk aan aankleden, douchen, wassen en medicatie toedienen. In sommige situaties vergen deze handelingen veel van zowel de zorgverlener als de cliënt. We geven twee voorbeelden van hulpmiddelen in de zorg: praktische en technologische.

Praktische hulpmiddelen in de zorg

Zorgverlening gebeurt vaak aan iemands bed. Een zorgbehoevende is namelijk in veel gevallen bedlegerig. Het tillen, draaien, aankleden en verzorgen van iemand die in bed ligt, vraagt veel kracht van een zorgverlener. Bovendien is het voor een cliënt niet altijd comfortabel wanneer hij getild of vastgepakt moet worden. Een innovatief hulpmiddel dat daarvoor bij uitstek geschikt is, is bijvoorbeeld een elektrisch wentelsysteem. Dit maakt het draaien en verplaatsen van een cliënt in bed makkelijker. Het rolsysteem dat elektrisch te bedienen is, zorgt ervoor dat de cliënt niet meer hoeft te worden opgetild of vastgepakt. De zorgmedewerkers of mantelzorgers hoeven minder fysiek zware inspanning te leveren om de cliënt te verzorgen.

Technologische hulpmiddelen in de zorg

Toezichthoudende technieken en andere technologische technieken zijn in het kader van het langer thuis blijven wonen ook steeds belangrijker geworden. Toezichthoudende hulpmiddelen zijn bijvoorbeeld smartphone-apps waarmee cliënten zelf hun medische situatie registreren, polsbandjes die het hartritme bijhouden en GPS-trackers. Technologische technieken variëren van zorgrobotica tot het Elektronisch Patiënten Dossier.

De personeelstekorten in de zorg zijn niet nieuw, maar de tekorten worden steeds nijpender. Met de toenemende vergrijzing in het vooruitzicht zijn de 1,2 miljoen mensen die nu in de zorg werken niet voldoende. Volgens de prognoses loopt het tekort in 2022 op tot 125.000 medewerkers. In de komende jaren blijven hierdoor steeds meer vacatures openstaan. ICT kan een oplossing bieden.

Actieprogramma Werken in de zorg

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontwikkelde een Actieprogramma Werken in de Zorg en stelt in de komende jaren 350 miljoen euro beschikbaar. De bedoeling is hiermee een massaal personeelstekort te voorkomen. In het actieprogramma is aandacht voor het opleiden van extra mensen en wordt de ambitie uitgesproken om werken in de zorg aantrekkelijker te maken. Ook een reductie van het papierwerk staat op het programma. Zorgpersoneel moet minder worden belast met administratieve taken. Daarnaast is er in het Actieprogramma een belangrijke rol voor ICT.

ICT in de zorg

ICT in de zorg kan helpen, betoogde minister Hugo de Jonge van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Digitalisering kan de administratielast verminderen. Dankzij de technische ontwikkelingen is het bijvoorbeeld mogelijk om chronisch zieken op afstand te monitoren. “Het is wel belangrijk dat zorgpersoneel weet hoe ze met de digitale zorgmiddelen om moeten gaan”, zegt Edwin Exoo, directeur van GTSzorg. GTSzorg biedt daarom extra opleidingen om de kennis van het personeel op peil te houden.

Technische ontwikkeling in de zorg

De technische ontwikkeling in de zorg is de afgelopen jaren snel gegaan. Er zijn verschillende populaire ICT-oplossingen in de zorg. Het Elektronisch Patiënten Dossier is daar één van, maar ook toezichthoudende technieken in de ouderenzorg. Speciale apps voor telefoons waarmee patiënten zelf hun medische situatie registreren. Polsbandjes die het hartritme bijhouden. Of geavanceerde controleapparaten bij mensen thuis die op afstand afleesbaar zijn. Zo kan het zijn dat patiënten wel onder controle staan maar niet in het ziekenhuis hoeven worden opgenomen. “Nuttige ontwikkelingen in tijden van personeelstekort”, vindt Exoo.

ICT succesvol inzetten

‘Anders werken’ is ook een speerpunt van het actieprogramma Werken in de Zorg. Concreet betekent dit dat zorgpersoneel ook echt moet worden ingezet voor zorgtaken. Als al het zorgpersoneel een uur per week minder besteedt aan administratie en dit uur kan inzetten voor zorgtaken dan scheelt dat al twintigduizend banen, volgens minister de Jonge. Daarnaast is technologie een belangrijk onderdeel van dit ‘anders werken’.
Een voorwaarde voor het succesvol inzetten van ICT-toepassingen in de zorg is een standaardisering van informatiesystemen, aldus de OIZ, de Branchevereniging voor Zorg en ICT. Deze stelt vast dat artsen klagen dat het invoeren van patiëntinformatie veel tijd kost, omdat daarvoor verschillende systemen worden gebruikt en deze systemen niet uitwisselbaar zijn. Het steeds opnieuw invoeren van gegevens is tijdrovend en vergroot de kans op fouten.

Onvoldoende ICT-kennis bij zorgpersoneel

Het integreren van ICT in de zorg blijkt niet eenvoudig. Ondanks dat het de werkdruk kan verlichten, worden e-health-oplossingen nog niet zo veel gebruikt. Een deel van het zorgpersoneel heeft onvoldoende ICT-kennis, blijkt uit onderzoek van Ictivity. Het beschikbaar stellen van ICT is dus niet genoeg om het personeelstekort op te lossen. Hetzelfde geldt voor zorgrobotica. De hoop was dat robots een deel van de zorg konden overnemen. Echter, uit onderzoek van M&I/Partners en de TU Eindhoven blijkt dat zorgrobotica niet zomaar het personeelstekort oplossen. Enerzijds omdat de robot niet altijd aan de verwachtingen voldoet, anderzijds omdat de kennis van zorgpersoneel beperkt is.

Investeren in zorgmedewerkers

“Wij vinden het belangrijk om in ons personeel te investeren”, zegt Exoo. “Als medewerkers weten hoe ze met ICT moeten omgaan, kunnen zorginnovaties ook echt bijdragen aan de vermindering van het personeelstekort.” Werken met gedetacheerden kan volgens hem daarom ook van toegevoegde waarde zijn. “Het is op die manier mogelijk om nieuwe kennis in huis te halen.”

Nederlanders maken minder gebruik van e-health dan inwoners van onze buurlanden. Op het gebied van ICT in zorginstellingen loopt Nederland juist voorop, zo blijkt uit een onderzoek van het RIVM over technologie in de zorg. Dit onderzoek maakt deel uit van een serie onderzoeken die worden gedaan in het kader van de Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) die in 2018 verschijnt.

Medische apparaten en sensoren registreren over de hele wereld gezondheidsgegevens. In een onderzoek onder meer dan twintigduizend mensen uit zestien verschillende landen is het gebruik van deze medische hulpmiddelen vastgelegd. Wat blijkt? Nederlanders maken verhoudingsgewijs maar weinig gebruik van e-health-hulpmiddelen. Aan de andere kant staan de Nederlandse zorginstellingen, die juist relatief veel gebruik maken van nieuwe elektronische registratiehulpmiddelen. Onze medische dossiers zijn bijna allemaal gedigitaliseerd en daarmee lopen de Nederlandse zorginstellingen voor op andere Europese landen.

E-health nog vrij onbekend

Uit de jaarlijkse e-health-monitor van Nictiz en Nivel blijkt dat het gebruik van e-health achterblijft bij het aanbod van e-health-toepassingen. Dit terwijl deze nieuwe digitale hulpmiddelen in de zorg juist veel mogelijkheden bieden. GTSzorg zette onlangs een aantal populaire e-healthoplossingen voor de zorg op een rij. De vermoedelijke oorzaak hangt samen met de onbekendheid van deze hulpmiddelen denkt het RIVM. Omdat het aanbod en de mogelijkheden van e-health nog niet duidelijk in kaart is gebracht heerst er ook bij artsen onduidelijkheid over de manier waarop zij e-health kunnen inzetten. Daarnaast is ook de Nederlandse regelgeving een van de oorzaken. De centrale normen en richtlijnen laten weinig ruimte voor nieuwe toepassingen.

Zorgpersoneel voorbereid op e-health

Men moet bereid zijn zich in te zetten om e-health te regelen, denkt het RIVM. Alleen met extra inzet kunnen e-health-toepassingen worden geregeld en kan het gebruik ervan in Nederland toenemen. Edwin Exoo, directeur van GTSzorg: “De veranderende digitale aanpak in de zorg is iets waar wij ook dagelijks mee bezig zijn. We doen er alles aan om onze medewerkers er zo goed mogelijk op voor te bereiden. Onder andere door het geven van bijscholing.” Lees meer.

Verpleegkundigen en werknemers in de thuiszorg hebben het afgelopen jaar meer gebruik gemaakt van e-health-oplossingen. Vooral nieuwe technieken die het toezicht op patiënten vergemakkelijken zijn populair. Dat blijkt uit de e-Health Monitor van Nivel en Nicitz, een jaarlijks onderzoek gehouden onder een panel van circa vijfhonderd verpleegkundigen. Het enthousiasme over e-health is nog wel groter dan het daadwerkelijke gebruik ervan, zeggen Nivel en Nictiz. Waarom dit zo is, gaan de instanties nog onderzoeken.

E-health kan de zorg efficiënter en goedkoper maken. Bepaalde medische handelingen kunnen mensen dankzij e-health zelf thuis doen en ook voor controles hoeven mensen niet langer naar het ziekenhuis. Toch moeten er bij e-health, of digitale zorg, ook een aantal kanttekeningen geplaatst worden. Zo zal de zorg onpersoonlijker worden doordat face-to-face-contact steeds meer verdwijnt, aldus Edwin Exoo, directeur GTSzorg. Dit heeft met name te maken met telemonitoring dat zorg op afstand mogelijk maakt. Dit is echter niet de enige e-healthoplossing. We zetten de vijf meest populaire e-healthoplossingen voor de zorg voor je op een rij:

1. Toezichthoudende technieken in de ouderenzorg

Vooral in de ouderenzorg is de populariteit van de toezichthoudende technieken toegenomen. Voorbeelden hiervan zijn e-health-hulpmiddelen als persoonsalarmering, bewegingsmelders en GPS-trackers. In 2016 heeft 26 procent van de verpleegkundigen toezichthoudende technieken gebruikt. In 2017 is dit al 60 procent. In de ouderenzorg gebruikte zelfs ruim 70 procent van de verpleegkundigen toezichthoudende technieken, meldt de e-Health Monitor.

2. Elektronisch patiëntendossier

In de zorg is ook het elektronisch patiëntendossier populair. Hierin worden medische gegevens van patiënten digitaal bijgehouden voor intern gebruik, zodat overdrachten tussen zorgverleners makkelijk en foutloos verlopen. Driekwart van de deelnemers aan de e-Health Monitor vindt dit een onmisbaar systeem. Het daadwerkelijke gebruik ligt lager, want maar 62 procent van de deelnemers maakt ook daadwerkelijk gebruik van het elektronisch patiëntendossier.

3. Digitale dubbele medicijncontrole

Digitale dubbele medicijncontrole is een nuttige tool die laagdrempelig is in gebruik: met eenvoudige apps kunnen verpleegkundigen foto’s van medicatie en toedieninglijsten sturen naar collega’s voor een dubbele controle. Helaas blijkt uit onderzoek van Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland dat bijna de helft van het verzorgingspersoneel aangeeft geen tijd te hebben voor zo’n extra medicatiecontrole. Volgens de e-Health Monitor ziet ruim 70 procent van het verplegend personeel het belang in van deze tool, maar slechts 22 procent maakt daadwerkelijk gebruik van dit digitale hulpmiddel.

4. Telemonitoring

Telemonitoring maakt zorg op afstand mogelijk, waarbij patiënten zelf thuis hun medische controles uitvoeren en daarover digitaal communiceren met de zorginstelling. Zorg op afstand, dit kan bijvoorbeeld bij mensen met hartproblemen of diabetes. In Nederland is 43 procent van het verplegend personeel hierover enthousiast, 15 procent maakte er het afgelopen jaar gebruik van.

5. Digitale identiteitskaart

In Europa loopt Estland voor op het gebied van e-health. Het land heeft een goed georganiseerde digitale infrastructuur in de zorg. Alle inwoners hebben een digitale identiteitskaart. Overheden, verzekeraars en burgers communiceren via het digitale communicatiesysteem Xroad, waarbij iedere partij slechts toegang heeft tot een deel van het systeem. Zo kunnen verzekeraars niet zien voor welke klachten patiënten bij de huisarts komen. Wel kunnen onderzoekscentra in Estland op basis van deze digitale medische data werken aan patroonherkenning. Door de goed gedocumenteerde digitale gegevens kunnen onderzoekers patronen van bepaalde aandoeningen in kaart brengen. Op deze manier verbetert de signalering en kunnen aandoeningen in een vroeg stadium getraceerd worden. In Nederland is Philips bezig met de ontwikkeling van een vergelijkbaar digitaal platform.

De zorg digitaliseert en automatiseert. Mobiele apparaten zijn bijvoorbeeld al niet meer weg te denken in de zorg. Steeds meer zorgverleners springen hierop in, maar nog lang niet allemaal. “Natuurlijk zijn er veel positieve punten te noemen over digitalisering van de zorg. Sommige zaken, zoals e-consults en bepaalde apps zijn leuk en nuttig voor cliënten. Bovendien besparen digitale oplossing in de meeste gevallen kosten. Cliënten hoeven niet meer van huis voor een kort consult, maar kunnen dat simpel online via een e-consult doen. Toch zijn er ook nog steeds veel negatieve aspecten te noemen. De zorg wordt bijvoorbeeld onpersoonlijker, doordat het face-to-face-contact steeds meer verdwijnt”, aldus Edwin Exoo, directeur GTSzorg.

Gebrek aan persoonlijk contact

Uit onderzoek blijkt dat het gebrek aan persoonlijk contact inderdaad een van de redenen is voor zorggebruikers om vooralsnog geen gebruik te willen maken van digitale zorg. Zorggebruikers maken bijvoorbeeld nog maar nauwelijks gebruik van e-consults die huisartsen en medisch specialisten aanbieden. Een andere reden hiervoor is de beperkte mogelijkheden om door te vragen. Dit toont onderzoek van Nictiz en het NIVEL aan. Uit de resultaten van dit onderzoek bleek verder dat slechts 3% van de zorggebruikers vragen stelt aan een zorgverlener via e-mail of website. Terwijl al 60% van de zorgverleners deze mogelijkheid biedt.

E-consults voor meer gebruiksgemak

Een groot aantal zorggebruikers, een derde van de respondenten, gaf aan wel gebruik te maken van een e-consult voor contact met de zorgverlener. Met name het gebruiksgemak en het raadplegen van een e-consult, waar en wanneer je maar wilt, werden over het algemeen positief bevonden door de respondenten. Exoo: “Waarschijnlijk went iedereen in de toekomst aan deze digitale manier van zorg verlenen. Bovendien is het een oplossing voor het personeelstekort in de zorg. Doordat robotisering steeds meer zorgtaken overneemt, kan het personeel worden ingezet voor de meest nuttige werkzaamheden of taken die niet door een robot kunnen worden gedaan.”

Robotisering vraagt om technische kennis zorgpersoneel

Robotisering zal in de toekomst vooral meer en meer zorgtaken van laagopgeleid personeel over gaan nemen. Maar ook apps en zelfmeetapparatuur zullen ervoor zorgen dat cliënten zelfredzaam worden en geadviseerd worden door computers in plaats van door medisch specialisten. Onderzoekers van HR-advies- en onderzoeksbureau FWG menen daarom dat zorginstellingen ervoor moeten zorgen dat hun personeel tijdig wordt bijgeschoold. Er wordt steeds meer technische kennis gevraagd, zodat medewerkers kunnen omgaan met digitale tools. De zorgtaken veranderen en daar moet rekening mee worden gehouden. Exoo: “Wij doen er alles aan om onze medewerkers voor te bereiden op de veranderende digitale aanpak van de zorg. Al onze medewerkers hebben inmiddels een bijscholing op het gebied van digitale vaardigheden afgerond.”

Digitalisering speelt in de zorgsector een steeds grotere rol. Mobiele apparaten zijn inmiddels niet meer weg te denken. Het merendeel van de werkgevers in de zorg stelt het gebruik van mobiele apparaten, zoals smartphones of tablets, onder werktijd zelfs verplicht. De apparaten worden bijvoorbeeld gebruikt voor het bijhouden van medische dossiers, het invullen van uren en het raadplegen van medische informatie. Dat laatste gebeurt vaak ook tijdens patiëntgebonden werkzaamheden, evenals overleggen met collega’s via telefoon. Maar hoe zit het met hygiëne?

Onhygiënisch smartphone- en tabletgebruik

Uit een poll van Kennisplein Zorg voor Beter, uitgevoerd onder 457 zorgprofessionals, blijkt dat 35% van de respondenten hun mobiele apparaat nooit schoonmaakt. Dat is zorgwekkend, aangezien een smartphone of tablet een bron van bacteriën kan zijn. Maar liefst de helft van alle respondenten gaf aan een mobiel apparaat tijdens patiëntgebonden werkzaamheden te gebruiken, zonder daarbij de handen te reinigen. 22% van hen denkt zelfs helemaal niet na over hygiëne wanneer hij of zij een smartphone of tablet meeneemt naar het werk. Verder blijkt uit de poll dat slechts 10% van de zorgorganisaties richtlijnen opstelt met betrekking tot hygiënisch smartphone- en tabletgebruik.

Besmettingsgevaar door smartphone en tablet

De uitslagen van de poll zijn zorgwekkend. De overdracht van micro-organismen via een smartphone of tablet moet te allen tijde voorkomen worden. Daarom maakt GTSzorg haar zorgmedewerkers niet alleen bewust van de besmettingsgevaren die het gebruik van mobiele apparaten met zich meebrengen, maar adviseert ook over het treffen van hygiënische maatregelen. Het opstellen van richtlijnen helpt zorgmedewerkers om hygiënischer om te gaan met smartphones en tablets. Dit is in het belang van zowel henzelf als de patiënt.

Tips voor hygiënisch smartphone- en tabletgebruik in de zorg:

  1. Was je handen grondig
    Was je handen met water en desinfecterende zeep voor en na ieder gebruik van een smartphone of tablet, en voor en na ieder patiëntbezoek. Trek eventuele handschoenen uit voordat je het mobiele apparaat aanraakt.
  2. Reinig je smartphone of tablet regelmatig
    Reinig het mobiele apparaat na ieder patiëntbezoek en voordat je het apparaat in je tas of zak steekt. Gebruik daarvoor steeds een nieuw reinigingsdoekje met een desinfecterend middel en weinig vocht, zodat het apparaat niet beschadigd raakt. Een alternatief is het beplakken van je mobiel of tablet met een beschermfolie. Zorg ervoor dat je de folie na ieder gebruik vervangt.
  3. Maak afspraken over smartphone- en tabletgebruik
    Duidelijke afspraken over waar, wanneer en waarvoor mobiele apparaten tijdens werktijd gebruikt mogen worden, zorgen ervoor dat medewerkers een smartphone of tablet bewuster gebruiken. Zo is het verstandig om smartphones en tablets niet te gebruiken wanneer er een patiënt met verhoogd infectiegevaar verpleegd of verzorgd moet worden. Bijvoorbeeld patiënten met het MRSA, BRMO of het norovirus. Afspraken kunnen ook gaan over communicatie tussen collega’s onderling. Wanneer mogen ze elkaar bellen en over welke zaken mogen ze alleen na een patiëntbezoek bellen? Leg deze afspraken schriftelijk vast.