De zorg digitaliseert en automatiseert. Mobiele apparaten zijn bijvoorbeeld al niet meer weg te denken in de zorg. Steeds meer zorgverleners springen hierop in, maar nog lang niet allemaal. “Natuurlijk zijn er veel positieve punten te noemen over digitalisering van de zorg. Sommige zaken, zoals e-consults en bepaalde apps zijn leuk en nuttig voor cliënten. Bovendien besparen digitale oplossing in de meeste gevallen kosten. Cliënten hoeven niet meer van huis voor een kort consult, maar kunnen dat simpel online via een e-consult doen. Toch zijn er ook nog steeds veel negatieve aspecten te noemen. De zorg wordt bijvoorbeeld onpersoonlijker, doordat het face-to-face-contact steeds meer verdwijnt”, aldus Edwin Exoo, directeur GTSzorg.

Gebrek aan persoonlijk contact

Uit onderzoek blijkt dat het gebrek aan persoonlijk contact inderdaad een van de redenen is voor zorggebruikers om vooralsnog geen gebruik te willen maken van digitale zorg. Zorggebruikers maken bijvoorbeeld nog maar nauwelijks gebruik van e-consults die huisartsen en medisch specialisten aanbieden. Een andere reden hiervoor is de beperkte mogelijkheden om door te vragen. Dit toont onderzoek van Nictiz en het NIVEL aan. Uit de resultaten van dit onderzoek bleek verder dat slechts 3% van de zorggebruikers vragen stelt aan een zorgverlener via e-mail of website. Terwijl al 60% van de zorgverleners deze mogelijkheid biedt.

E-consults voor meer gebruiksgemak

Een groot aantal zorggebruikers, een derde van de respondenten, gaf aan wel gebruik te maken van een e-consult voor contact met de zorgverlener. Met name het gebruiksgemak en het raadplegen van een e-consult, waar en wanneer je maar wilt, werden over het algemeen positief bevonden door de respondenten. Exoo: “Waarschijnlijk went iedereen in de toekomst aan deze digitale manier van zorg verlenen. Bovendien is het een oplossing voor het personeelstekort in de zorg. Doordat robotisering steeds meer zorgtaken overneemt, kan het personeel worden ingezet voor de meest nuttige werkzaamheden of taken die niet door een robot kunnen worden gedaan.”

Robotisering vraagt om technische kennis zorgpersoneel

Robotisering zal in de toekomst vooral meer en meer zorgtaken van laagopgeleid personeel over gaan nemen. Maar ook apps en zelfmeetapparatuur zullen ervoor zorgen dat cliënten zelfredzaam worden en geadviseerd worden door computers in plaats van door medisch specialisten. Onderzoekers van HR-advies- en onderzoeksbureau FWG menen daarom dat zorginstellingen ervoor moeten zorgen dat hun personeel tijdig wordt bijgeschoold. Er wordt steeds meer technische kennis gevraagd, zodat medewerkers kunnen omgaan met digitale tools. De zorgtaken veranderen en daar moet rekening mee worden gehouden. Exoo: “Wij doen er alles aan om onze medewerkers voor te bereiden op de veranderende digitale aanpak van de zorg. Al onze medewerkers hebben inmiddels een bijscholing op het gebied van digitale vaardigheden afgerond.”

Uit een rapport van het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW) blijkt dat er de komende jaren in de zorg meer vraag naar personeel dan aanbod zal zijn. Ook Edwin Exoo, directeur van GTSzorg merkt deze ontwikkeling op: “Naast 3IG-ers worden er vooral medewerkers op MBO 4-niveau gezocht. Ook komen er steeds meer vacatures voor hoger geschoold personeel, zoals HBO-verpleegkundigen.”

Om het personeelstekort aan te pakken is er een Arbeidsmarktagenda 2023 ‘Aan het werk voor ouderen’ opgesteld. Voor de uitvoering van de plannen die in deze agenda staan, wordt een bedrag van 72 miljoen euro geïnvesteerd. Ook wordt er vanaf 2018 meer geld beschikbaar gesteld voor personeel in verpleeghuizen. Het gaat om een totaalbedrag van 335 miljoen euro. Er worden dus enorme investeringen gedaan in de zorg.

Meer geld voor zorgpersoneel, is dat de oplossing?
Exoo: “Dat er geïnvesteerd wordt in de zorg is niet vreemd. Zorg is mensenwerk dat te allen tijden moet doorgaan. Toch is meer geld niet de oplossing. Een overheid die geld te beschikking stelt is natuurlijk mooi, maar alleen daarmee tover je nog geen personeel uit de hoge hoed. De mensen zijn er eenvoudigweg niet. Althans, de hoger opgeleiden zijn schaars.”

Welke gevolgen heeft dit voor de zorg op langere termijn?
“Ik ben bang dat er wordt uitgeweken naar lager geschoold personeel waarvan juist in de crisistijd afscheid is genomen. Deze mensen worden dan wellicht na een eenvoudige interne training bevoegd verklaard voor zorgtaken. Dit komt volgens ons de kwaliteit van de zorg niet ten goede. Daarmee is meer geld investeren om het personeelstekort op te lossen naar mijn mening slechts een lapmiddel.”

Wat kan er wel gedaan worden om het personeelstekort in de zorg op te lossen?
“Goede zorg leveren moet het uitgangspunt zijn. Dat is niet alleen het afvinken van lijstjes en het voldoen aan de medische plicht, maar ook het aandacht hebben voor het welzijn van cliënten, hun familieleden en eventuele mantelzorgers. Door de hoge werkdruk in de zorg is dat niet altijd mogelijk. Ik pleit ervoor om met de extra investeringen de contracten van huidige werknemers uit te breiden, hen meer uren en opleidingsmogelijkheden te bieden. Wij proberen ons personeel op alle mogelijke manieren een kans te bieden. Onze hoge kwaliteitseisen zorgen echter wel voor een drempel. Maar dat is noodzakelijk, want onze medewerkers worden veelzijdig ingezet. Zij moeten een grote diversiteit aan werkzaamheden kunnen beheersen.”

Hoe zit het met de aanwas van jonge werknemers en stageplekken?
“Meer stageplekken voor studenten zijn inderdaad ook een goede manier om het personeelstekort op langere termijn op te kunnen vangen. Stageplekken zijn voor ons echter erg moeilijk te regelen, omdat wij bij opdrachtgevers werken die daar normaliter geen ruimte voor hebben. Soms lukt het wel om een stageplek te regelen en dan merken we dat op een positieve manier. We kunnen daardoor de werkzaamheden van ons personeel naar een hoger niveau tillen.”

Digitalisering speelt in de zorgsector een steeds grotere rol. Mobiele apparaten zijn inmiddels niet meer weg te denken. Het merendeel van de werkgevers in de zorg stelt het gebruik van mobiele apparaten, zoals smartphones of tablets, onder werktijd zelfs verplicht. De apparaten worden bijvoorbeeld gebruikt voor het bijhouden van medische dossiers, het invullen van uren en het raadplegen van medische informatie. Dat laatste gebeurt vaak ook tijdens patiëntgebonden werkzaamheden, evenals overleggen met collega’s via telefoon. Maar hoe zit het met hygiëne?

Onhygiënisch smartphone- en tabletgebruik

Uit een poll van Kennisplein Zorg voor Beter, uitgevoerd onder 457 zorgprofessionals, blijkt dat 35% van de respondenten hun mobiele apparaat nooit schoonmaakt. Dat is zorgwekkend, aangezien een smartphone of tablet een bron van bacteriën kan zijn. Maar liefst de helft van alle respondenten gaf aan een mobiel apparaat tijdens patiëntgebonden werkzaamheden te gebruiken, zonder daarbij de handen te reinigen. 22% van hen denkt zelfs helemaal niet na over hygiëne wanneer hij of zij een smartphone of tablet meeneemt naar het werk. Verder blijkt uit de poll dat slechts 10% van de zorgorganisaties richtlijnen opstelt met betrekking tot hygiënisch smartphone- en tabletgebruik.

Besmettingsgevaar door smartphone en tablet

De uitslagen van de poll zijn zorgwekkend. De overdracht van micro-organismen via een smartphone of tablet moet te allen tijde voorkomen worden. Daarom maakt GTSzorg haar zorgmedewerkers niet alleen bewust van de besmettingsgevaren die het gebruik van mobiele apparaten met zich meebrengen, maar adviseert ook over het treffen van hygiënische maatregelen. Het opstellen van richtlijnen helpt zorgmedewerkers om hygiënischer om te gaan met smartphones en tablets. Dit is in het belang van zowel henzelf als de patiënt.

Tips voor hygiënisch smartphone- en tabletgebruik in de zorg:

  1. Was je handen grondig
    Was je handen met water en desinfecterende zeep voor en na ieder gebruik van een smartphone of tablet, en voor en na ieder patiëntbezoek. Trek eventuele handschoenen uit voordat je het mobiele apparaat aanraakt.
  2. Reinig je smartphone of tablet regelmatig
    Reinig het mobiele apparaat na ieder patiëntbezoek en voordat je het apparaat in je tas of zak steekt. Gebruik daarvoor steeds een nieuw reinigingsdoekje met een desinfecterend middel en weinig vocht, zodat het apparaat niet beschadigd raakt. Een alternatief is het beplakken van je mobiel of tablet met een beschermfolie. Zorg ervoor dat je de folie na ieder gebruik vervangt.
  3. Maak afspraken over smartphone- en tabletgebruik
    Duidelijke afspraken over waar, wanneer en waarvoor mobiele apparaten tijdens werktijd gebruikt mogen worden, zorgen ervoor dat medewerkers een smartphone of tablet bewuster gebruiken. Zo is het verstandig om smartphones en tablets niet te gebruiken wanneer er een patiënt met verhoogd infectiegevaar verpleegd of verzorgd moet worden. Bijvoorbeeld patiënten met het MRSA, BRMO of het norovirus. Afspraken kunnen ook gaan over communicatie tussen collega’s onderling. Wanneer mogen ze elkaar bellen en over welke zaken mogen ze alleen na een patiëntbezoek bellen? Leg deze afspraken schriftelijk vast.

De komende jaren zullen werkgevers steeds meer behoefte hebben aan hoger opgeleid personeel. Niet voor niets zullen ze meer sturen op het (bij)scholen van hun huidige werknemers. Dit blijkt uit een rapport van het Onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn (AZW). Daarnaast geven onderzoekers in het rapport aan dat er tot 2020 in de zorg meer vraag naar personeel dan aanbod zal zijn. Oftewel, het aantal vacatures in de zorg neemt toe.

Toename personeelsbehoefte zorg

Op basis van verschillende scenario’s werden eventuele personeelsoverschotten en -tekorten berekend, die er tot 2020 op de arbeidsmarkt in de zorg kunnen ontstaan. In 2016 werd er een omslagpunt waargenomen. In dat jaar veranderde de zorgmarkt van een krimp van werkgelegenheid naar een toenemende personeelsbehoefte. Deze groei zal de komende jaren bovendien toenemen waardoor er meer zorgvacatures komen, zo stellen de onderzoekers. Echter, niet alleen trokken MBO- en HBO-opleidingen minder studenten, ook was er een grote uitstroom van werknemers en vergrijsde de zorgbranche.

Groei aantal vacatures zorg

Uit het rapport van AZW blijkt dat er op termijn in de zorg op MBO-niveau 4 personeelstekorten te zien zullen zijn. GTSzorg beaamt dit en merkt op dat er naast 3IG-ers ook meer zorgpersoneel op MBO 4-niveau gezocht wordt. 3IG-ers worden met name in regio Tiel gezocht, zorgmedewerkers niveau 4 zijn met name in omgeving Uden gewenst. Volgens de onderzoekers van AZW zal het voor werkgevers daarnaast lastiger worden om voldoende HBO-verpleegkundigen aan zich te kunnen binden. Het tekort eraan wordt in het jaar 2020 op zo’n drie tot zes procent geschat; dit betekent 5.000 verpleegkundevacatures in datzelfde jaar.

Bijscholing werknemers zorg

Volgens het AZW zal er een mismatch ontstaan op het gebied van medewerkercompetenties. Zo wordt er in de toekomst meer gebruik gemaakt van techniek en digitale vaardigheden en zal het accent rusten op zelfregie van de cliënt. Dit houdt in dat het personeel meer gezondheidsvaardigheden en digitale vaardigheden moet aanleren. Om aan de hogere kwaliteitseisen te voldoen, zal er een grotere vraag zijn naar personeel op HBO- en MBO 4-niveau. Het AZW meldt dat in 2016 90 procent van de werkgevers in de branche zorg en welzijn bijscholing heeft aangeboden aan het personeel. Veertig procent van de werkgevers zorgde ervoor dat personeel kon worden bijgeschoold naar een hoger niveau. 25 procent van de werknemers schoolde zich bij op het vlak van veiligheid, tien tot vijftien procent deed een opleiding die te maken had met technologie, cliëntvragen, preventie, signaleren en het werken met zwaardere cliënten. Op het gebied van digitale vaardigheden hebben alle medewerkers van GTSzorg inmiddels een bijscholing afgerond. Op die manier zijn zij voorbereid op deze toekomstige aanpak in de zorg.

Uit onderzoek van TNO is gebleken dat de helft van het personeel in de zorg weleens te maken heeft met agressie. Daarop nam de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden een enquête af met als onderwerp ‘Agressie in de zorg’. Hieruit bleek dat 7 van de 10 ondervraagden zo nu en dan te maken heeft met zowel verbale als fysieke agressie. 17 procent meldt dat dit dagelijks gebeurt, 26 procent heeft er wekelijks mee te maken.

Agressie in de zorg: tips om ermee om te gaan

Agressie in de zorg kan leiden tot stress, burn-outs, maar ook ziekteverzuim. Daarom geeft GTSzorg haar gedetacheerde zorgverleners onder andere de volgende vijf tips om beter om te gaan met agressie op de werkvloer.

Tip 1: Stel de situatie vast

Wanneer een zorgvrager zijn of haar zin niet krijgt, reageert deze vaak volgens een vast patroon. Van stemverheffing tot dreigementen. Een automatische lichamelijke reactie is dat de hartslag verhoogt, de spieren aanspannen en adrenaline door het lichaam giert. Hierdoor neemt ook de spanning tussen cliënt of patiënt en de zorgverlener toe. Zaak is om hier niet aan toe te geven. Haal diep adem, neem afstand en stel vast wat er gebeurt. Reageer vervolgens – als de situatie dit toelaat – begripvol. Of geef aan dat je het vervelend voor cliënt vindt. Zo wordt de cliënt vaak rustiger.

Tip 2: Vraag om wederzijds begrip

Nu er begrip is getoond en naar de cliënt is geluisterd, kan er ook aan hem of haar om wederzijds begrip worden gevraagd. Respect komt immers van twee kanten. Leg uit waarom de situatie tot stand is gekomen. Wees duidelijk, ga niet in discussie of onderhandeling.

Tip 3: Maak duidelijke afspraken

Bespreek met collega’s welk gedrag wordt getolereerd en welk gedrag niet. Het kan namelijk voorkomen dat collega’s tegen elkaar worden uitgespeeld door een cliënt of patiënt. Stem samen regels af en wees duidelijk naar elkaar toe. Zo weet iedereen waar hij of zij aan toe is.

Tip 4: Accepteer bepaald gedrag niet

Zwijgen is toestemmen. Daarom is het belangrijk om situaties niet te laten gebeuren, zodat escalatie wordt voorkomen. Door het negeren van bepaald gedrag geef je namelijk stiekem de zorgvrager een vrijbrief om dit gedrag een volgende keer weer te vertonen. Je creëert zo een bepaalde omgangsnorm. Probeer bepaald gedrag daarom niet te accepteren.

Tip 5: Wees bewust van eigen gedrag

Door verkeerd te reageren op bepaalde signalen, kunnen zorgprofessionals geconfronteerd worden met geïrriteerd of zelfs agressief gedrag van zorgvragers. Wees je daarom bewust van de invloed die je hebt op je omgeving. Agressie is tweerichtingsverkeer. Bepaald gedrag kan escalerend werken, ander gedrag juist de-escalerend. En soms is er een verschil van beleving waarop een cliënt anders reageert dan de zorgmedewerker. Voorkom ook het praten in de we-vorm. Hiermee zorg je er namelijk voor dat de zorgvrager het gevoel krijgt dat jij als zorgmedewerker alle macht bezit.

Beter omgaan met agressie tegen zorgverleners

GTSzorg veroordeelt elke vorm van agressie ten opzichte van zorgverleners. Niet voor niets zet het bureau zich in tegen agressie in de zorg. Niet alleen pleit GTSzorg voor een goede landelijke registratie van agressie-incidenten, ook probeert het bureau met duidelijke tips en regels zorgverleners voor te bereiden op situaties, zodat zij beter met agressie kunnen omgaan. Daarnaast hanteren wij een zorgvuldige screening van zorgpersoneel.